Juliette Gréco
Juliette Gréco '88 - Hommage à Jacques Brel

dflagPas in 1988 kwam de diva onverwachts alsnog met een compleet Brel-recital, inclusief openingstribuutsong Quatre notes pour quatre lettres pour un nom ‘Brel’. Gréco’s stijl heeft zich in de loop van die dertig jaar eigenlijk nauwelijks ontwikkeld. Ze zingt in 1988 met de autoriteit van een gevierde chansonnière op leeftijd, die meer dan ooit tevoren leunt op haar zure, bijtende toon. Bruxelles lijkt te worden bezongen vanuit het perspectief van een dronken prostituee. La chanson des vieux amants klinkt als een hatelijke grafrede. La valse à mille temps klinkt alsof Sneeuwwitje de vergiftigde appel krijgt aangeboden. Met haar bekende bitterwrange toon trekt Gréco Brel naar zich toe en geeft verder nog hoogstpersoonlijke interpretaties van On n’oublie rien, Le prochain amour, Voir un ami pleurer, Regarde bien, Je suis bien, J’arrive en Le tango funèbre. Haar zwakke punt is vooral de routine die doorklinkt in het gemak waarmee ze haar zwartgallige accenten in het rond strooit, en in Ne me quitte pas zou men haar van schmieren kunnen betichten.

engflag Coming soon...